Foto's

Belevenissen van Frans Dekkers in zijn journalistieke loopbaan

FOTO 1. 11 juni 1982 - München, met Joseph Schreieder, Leiter der Spionageabwehr und der Gegenspionage beim Befehlhaber der Sicherheitspolitzei und des SD (Foto Hans Joachim Schroter)

 11 juni 1982 - München, Frans Dekkers met Joseph Schreieder.  Leiter der Spionageabwehr und der Gegenspionage beim Befehlhaber der Sicherheitspolitzei und des SD (Foto Hans-Joachim Schröter)

In juni 1982 had ik, voor mijn eerste boek, een interview met Joseph Schreieder: tijdens de bezetting van Nederland Leiter der Spionageabwehr und der Gegenspionage beim Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD in Den Haag. Zijn bekendheid verwierf hij vooral met het Englandspiel waarbij door blunders in Londen een groot aantal Nederlands geheime agenten na dropping boven bezet gebied in handen van de bezetter viel. Na de oorlog was hij onder meer getuige bij de processen van zijn Nederlandse  V-Mann en verrader Antonius van der Waals en van Hanns Albin Rauter, de hoogste SS autoriteit die het verzet meedogenloos bestreed en waarvoor hij in 1949 ter dood werd veroordeeld.
Joseph Schreieder werd in 1948 berecht en na een beroepsprocedure in 1949 vrijgelaten. Na mijn eerste ontmoeting met Schreieder, in 1982, heb ik hem nog regelmatig bezocht in München. We hebben ook ruim tien jaar, tot aan zijn overlijden begin jaren negentig, met elkaar gecorrespondeerd. Het leverde voor mijn latere boeken over de bezettingsjaren interessante quotes van hem op. Het contact met hem is misschien zelfs vriendschappelijk geweest, getuige de ansichtkaarten die hij me uit allerlei vakantieoorden deed toekomen. Het geeft me nog altijd een dubbel gevoel. 

Pim Lier

(Foto Hans-Joachim Schröter)

Nadat dr. Loe de Jong in 1979 in zijn Geschiedschrijving onthulde dat Prins Hendrik, de echtgenoot van Koningin Wilhelmina, een buitenechtelijk kind had verwekt zette dat het leven van dit kind, Albrecht (Pim) Willem Lier, volkomen op zijn kop. Dat het Koningshuis hem negeerde frustreerde hem zo dat hij zich voor allerlei kolderieke gelegenheden leende om publiciteit te genereren.

In 1984, kort nadat Janmaat van de Centrumpartij had aangekondigd dat een lid van het Koninklijk huis was toegetreden tot deze partij, heb Ik een aantal interviews met hem gehad: o.m. voor de Haagse Post en Nieuwe Revu. Toen zijn kinderen dreigde het contact te verbreken wanneer hij de publiciteit bleef zoeken koos hij ervoor om daarmee te stoppen.

Het laatste interview met hem was op 15 februari 1986 bij hem thuis in het Brabantse Boekel: een van mijn betere interviews. Kort hierna zou hij zijn vrouw Petra - rechts op de foto - in haar slaap met een pistool doden, om naar naar eigen zeggen haar de schande van een door hem gepleegde fraude te besparen. Hij werd tot vier jaar veroordeeld. Gaandeweg verdween hij steeds verder in de anonimiteit. Lier kreeg een juridische functie op het gemeentehuis van Almelo, in de gemeente waar hij in 2015 op 96-jarige leeftijd overleed. 

Florrie Rost van Tonningen

interview met ... en andere zaken

9 juli 1986: na interview met Florrie Rost van Tonningen en haar schimmige adviseur Joop Zwart. Kloksgewijs: Florrie Rost van Tonningen, Joop Zwart, Frans Dekkers en Bert Voskuil (toen collega bij Nieuwe Revu met wie ik veel heb samengewerkt). Niet zichtbaar: Zeilmaker, oud NSB-burgemeester van Renkum, dat werd hij na de Slag om Arnhem.

Voor Florrie Rost van Tonningen is een bijschrift te kort. Ik heb heel wat beleefd met deze onverbeterlijke NSB-weduwe. Vanaf 1979 heb ik haar vaak bezocht in haar villa in Velp en maakte daar zonnewende feesten en andere Germaanse rituelen mee. Ik schreef bepaald niet vleiend over haar neoNazi activiteiten en toch kon ik haar blijven interviewen. Totdat ik haar in de portemonnee trof met de onthulling in de Haagse Post dat zij nog een staatspensioen ontving omdat haar echtgenoot voor de NSB in de Tweede Kamer had gezeten. De reacties die dit verhaal opriep had ik niet in die heftigheid zien aankomen: met protestdemonstraties van KZ-overlevenden en oud illegalen op het Binnenhof. In deze periode bood een groepje Eindhovense jongeren Rost van Tonningen hulp aan. Ze deden zich voor als neoNazi's en wilden wel voor wat actie zorgen: ze kwamen voor haar als geroepen en ontvingen niet lang daarna een schriftelijke opdracht: ‘’’Doelwit: Frans Dekkers. Schrijft altijd smerige stukjes over Rost van Tonningen. Mag licht beschadigd worden.’’ Ik kreeg dreig telefoontjes en al gauw ook een telefoontje van mijn bedreigers dat het allemaal spel was en dat ze geschrokken waren toen er met wapens gewerkt moest worden. Hun goedbedoelde, maar gevaarlijke padvinderij was uit de hand gelopen. Hun actie werd door Bert Voskuil van Nieuwe Revu benut om aan te tonen dat Florrie Rost van Tonningen wel degelijk gevaarlijk was. Om te bevestigen dat ik door de ‘’neoNazi’s’’ was mishandeld werden er fake foto’s van mij gemaakt: met pleisters op mijn gezicht en met één arm in een mitella. Haar reactie zou opgenomen worden door een redactielid van Nieuwe Revu, met afluisterapparatuur onder zijn kleding die zogenaamd ook deel uitmaakte van het ‘’neoNazi groepje’’. Het werd een groot verhaal in Nieuwe Revu en vervolgens mocht ik met dit verhaal ook bij Sonja Barend in haar talkshow aanschuiven. Gaandeweg, raakte Florrie Rost van Tonningen in de vergetelheid. Zij overleed in 2007 op 92-jarige leeftijd in haar ‘’ballingsoord’’, het Belgische Waasmunster.

‘’De Nieuwe Orde’’

Bezoek aan de BRT-redactie in Brussel in 1984

Op 16 augustus 1984 bracht ik een bezoek aan de BRT-redactie in Brussel waar de televisieserie ‘’De Nieuwe Orde’’ - over de Tweede Wereldoorlog in België - werd gemaakt. Rechts: Maurice de Wilde - een journalistieke held van mij - met achter hem Etienne Verhoeyen, een van zijn researchers met wie ik nog altijd contact heb. Rechts: Frans Dekkers. De Wilde - voormalig nieuwslezer en televisiereporter - was het gezicht van deze serie. Hij was niet bang om de collaboratie in België, die toen nog zeer gevoelig lag, op indringende wijze bloot te leggen. Hij kreeg vrijwel alle vooraanstaande collaborateurs - waaronder Leon Degrelle - voor de camera, die hij met een slimme interviewtechniek aan de praat kreeg. Maar De Wilde en zijn onderzoeksteam ondervonden bij het samenstellen soms ook weerstand, zoals bij het verwerven van archiefstukken en bij sommige Vlamingen en Walen met een oorlogsverleden die na de oorlog carrière hadden gemaakt en niet meer aan hun ‘’foute keuze’’ herinnerd wilden worden. Voor mij is de televisieserie ‘’De Nieuwe Orde’’ een voorbeeld van gedegen en gedurfde onderzoeksjournalistiek. Mijn held Maurice de Wilde overleed in september 1998.

Foto Hans-Joachim Schröter

Frans Dekkers

In 1982 had ik al een aardig archief opgebouwd. Mijn vaste fotograaf, Hans-Joachim Schröter vond het een goede reden om mij voor een stelling met archiefdozen op foto vast te leggen. (foto: Hans-Joachim Schröter)

Franse dagblad Libération

maart 1987

Franse dagblad Libération

Op 19 maart 1987 gaf het Franse dagblad Libération bij haar 100-jarig bestaan een jubileumkrant uit, waaraan tal van bekende - merendeels Franse - schrijvers en cartoonisten hun medewerking gaven, waaronder Françoise Sagan. Ook enkele buitenlandse journalisten werden door Libération uitgenodigd om een gastbijdrage aan te leveren: voor Nederland had ik deze eer. Op de foto: Cover van het jubileumnummer.

60 ecrivains signent l'actualite

Alle medewerkenden aan het jubileumnummer van Libération op een spread van twee pagina’s met hun handtekeningen. 

60 ecrivains signent l'actualite

Ik herinner me nog dat ik mijn handtekening destijds op het Eindhovens postkantoor per fax naar de redactie liet verzenden.

Libération

Mijn bijdrage aan het jubileumnummer van Libération: over premier Lubbers die een juwelendief in de kraag grijpt. Het was een toevallige actualiteit die het bij de Fransen goed deed. Wat indertijd meespeelde was het verschijnen van mijn boek over de Nederlandse dubbelspion Christiaan Lindemans, alias King Kong, dat zich deels ook in Frankrijk heeft afgespeeld.
Foto: particuliere collectie

A. den Doolaard 

1987

Helaas een slechte kleurenfoto van de romanschrijver A. den Doolaard (pseudoniem van Cor - Bob - Spoelstra) en mij in 1987 bij zijn woning in Hoenderloo. Het waren de verwikkelingen rond de dubbelspion Christiaan Lindemans alias King Kong, midden jaren tachtig, die ons bij elkaar bracht. Ook Den Doolaard was mateloos geïnteresseerd in deze zaak, waarover wij veel gesproken en gecorrespondeerd hebben. Maar gaandeweg ook over zijn fascinerende leven: de zwerftochten door Europa in de jaren twintig en dertig waar hij onder meer Leni Riefenstahl, Hitler’s latere cineaste, heeft ontmoet. Hij zou met haar ook een korte amoureuze affaire gehad hebben. Door zijn reportage ‘’Hakenkruis over Europa’’ uit 1938, waarin hij waarschuwde voor het nationaal socialisme en het fascisme moest hij na de Duitse inval van mei 1940 met zijn vrouw naar Engeland vluchten. Met Loe de Jong maakte hij daar deel uit van de redactie van radio London en De Brandaris. Na de Tweede Wereldoorlog was Joegoslavië zijn tweede vaderland: hij schreef er een aantal romans over. De liefde is wederzijds: postuum werd er voor hem in 2006 in de Macedonische stad Ohrid een monument voor hem opgericht en een straat naar hem vernoemd. Na zijn overlijden in 1994 heb ik contact onderhouden met zijn weduwe Erie - de hoofdpersonage in het boek ‘’Wampie’’ van haar man - die mij nog veel heeft verteld over hun tijd in Londen: deels op video opgenomen. Zij overleed in 2000.
Foto: particuliere collectie


Ook ik moest met de tijd mee, wat wel even wennen was. Na de ‘’gewone’’ schrijfmachine en de elektrische Smith Corona schrijfmachine met correctielint zat ik in 1989 aan mijn eerste PC, een IBM met groen scherm, te werken in mijn chaotische werkkamer. Maar met mijn digitale vaardigheden is het behelpen gebleven. Foto: particuliere collectie

Braunau - Berchtesgaden - München

In april 1989 op reportage voor het weekblad Panorama

Hitlers geboorteplaats

In april 1989 op reportage voor het weekblad Panorama: naar Braunau, Hitlers geboorteplaats in Oostenrijk, waar zijn honderdste verjaardag werd ‘’gevierd’’ door neoNazi’s uit heel Europa. Het was een vrolijk treffen. Engelse skinheads gingen op de vuist met Italiaanse fascisten en Duitse neoNazi’s beukten lustig op los op iedereen. Wij, fotograaf Hans Joachim Schröter en Panorama collega Paul Damen, bevonden ons met een groot aantal politieagenten in het gesloten centrum van Braunau in de buitenste ring en hadden een uitstekend zicht op het verjaardagsfeestje.

Berchtesgaden 

Op de terugweg maakten we een tussenstop in Berchtesgaden waar we Hitlers adelaarsnest wilden bezoeken. Maar zover kwamen we niet. Na vele en lange trappen in de berg die naar het woongedeelte van de Führer leidde hield de tocht op bij een muur met een dichtgemetselde ingang. Anno nu kun je zover niet meer komen. Er was ook een soort toerisme dat men liever niet zag en aldus werd iedere toegang in de berg dichtgemetseld.
(foto: Hans-Joachim Schröter)


 De reis naar het Oostenrijkse Braunau combineerde ik met een tussenstop in München waar ik een afspraak had met Joseph Schreieder - zie bijschrift eerste foto. Er was inmiddels een vriendschappelijke band ontstaan, al blijf ik dit een wat vreemd idee vinden: met een man waarbij het angstzweet bij het verzet al uitbrak bij het noemen van zijn naam. Maar hij is in die tijd geen beul gebleken, maar was een scherpzinnig politieman geweest. Ook dat heeft in 1948 tot zijn vroege vrijlating geleidt. Op de foto: Schreieder schrijft voor mij een opdracht in zijn boek ‘’Het Englandspiel’ in zijn stamlokaal De Ratskeller, hartje München. 
Foto: particuliere collectie

Gerard Aalders 

Een nieuwe wind in 1996 in de tuin van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie 


Met Gerard Aalders (links) in 1996 in de tuin van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (sinds 1999 NIOD) in Amsterdam, waar hij van 1993 tot 2011 als onderzoeker werkzaam was. Met hem ging er een frisse wind door het RIOD waaien. Aalders rekende af met de brave publicaties die het Instituut vanaf de oprichting in 1945 uitgaf: incluis het levenswerk van dr. Loe de Jong, ‘’Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’’, dat weliswaar niet zo braaf maar ook niet echt pittig was. Toen ik er in 1980 voor het eerst onderzoek deed kon en mocht er weinig tot niets, Alles was er zowat geheim. Met de komst van Aalders gingen de archieven ook voor mij open.
(foto: Hans-Joachim Schröter).

Perskaart Nieuwe Revu - De hoofdredacteur H. Wilbrink

Perskaart Panorama

Perskaart Panorama - De hoofdredacteur Ton van Dijk

Perskaart HP 1989

Perskaart HP 1989  De hoofdredacteur John Jansen van Galen

Politieperskaart 1988

Politieperskaart 1988

Erik Eriksson

Erik Eriksson, leider van de VMO (Vlaamse Militanten Orde) 


Op de foto: Frans Dekkers interview Erik Eriksson, leider van de VMO (Vlaamse Militanten Orde) op weg naar een herdenking op de militaire begraafplaats van Lommel in België, waar naast Oostfrontstrijders ook vele Duitse soldaten begraven zijn. VMO is in Belgie verboden en Eriksson kreeg een jaar gevangenisstraf
(foto: Rob Hameeteman).
Zie verslag in Panorama 8 sept 1988 

In de jaren tachtig beleefden rechts-extremistische organisaties en neoNazi’s een kortstondige opleving met hun bruine gedachtengoed, met als jaarlijks hoogtepunt de Ijzerbedevaart in het Belgische Diksmuide: een herdenking van Belgische soldaten uit de Eerste Wereldoorlog, die door hen werd aangegrepen om propaganda voor het neo-nazisme en rechts extremisme te maken. Het gebeuren dat buiten het herdenkings terrein werd gedoogd gaf de aanblik van een Nazi-partijdag met al die neoNazi’s in paramilitaire uniformen. Maar aan het eind van de jaren tachtig waren het, mede door onderlinge meningsverschillen, marginale clubjes geworden. Dit tot frustratie van een aantal grondleggers van het Vlaamse rechts extremisme zoals, Erik Eriksson, van de Vlaamse Militanten Orde die op gevorderde leeftijd nog wel eens meedeed aan en manifestatie of herdenking. 

Elvis Presley

Larry Londin, drummer in de band van Elvis Presley.


Met Larry Londin, drummer in de band van Elvis Presley. Hij was in juni 1989 gast drummer bij een optreden van The Everly Brothers in de Philips Jubileumhal in Eindhoven. Londin is te zien in de filmopnamen van de laatste concerten die The King kort voor zijn overlijden in 1977 gaf. In Amsterdam had ik de dag na het concert een interview met Londin, die bijzonder openhartig sprak over zijn leven als ‘’Drummer in dienst van The King. Het werd in Panorama gepubliceerd. 
Foto: particuliere collectie

DDR visum:

nog heel formeel, terwijl de muur al vier maanden eerder gevallen was. Ik deed voor Panorama verslag van de eerste vrije verkiezingen in het verenigd Duitsland met Leipzig als uitvalsbasis. De reis was voor mijn fotograaf, Hans Joachim Schröter, een emotioneel weerzien met zijn stad die hij sinds zijn vlucht begin jaren zestig naar het Westen niet meer had kunnen bezoeken: Mahler op CD in de auto en naarmate we de voormalige DDR grens naderden was zijn gezicht nat van de tranen. Heel indrukwekkend en ontroerend. (particuliere collectie)

Willy Geelen

‘’Eindhoven, 1933-1945, kroniek van Nederlands Lichtstad in de de schaduw van het Derde Rijk’’ 

Op de foto met Willy Geelen (rechts) een beruchte collaborateur met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog. Al in de jaren dertig was hij een fanatiek fascist in Limburg, waarvoor hij deze provincie werd uitgewezen. In Eindhoven zette Geelen zijn activiteiten voort. Hij was actief voor Zwart Front, de Philips Politie en de NSB. Tijdens WO II was hij tot aan de bevrijding werkzaam voor de Abwehr: de Duitse spionage- en contra spionagedienst. Na de oorlog werd hij, mede wegens verraad, ter dood veroordeeld, een straf die tot 20 jaar werd omgezet en waarvan hij er 17 jaar van zou uitzitten in de Bredase koepelgevangenis. Na zijn vrijlating in 1957 bleef hij in Breda wonen, waar hij zijn beroep van fotograaf weer opnam. Geelen was een rechtlijnige man, onverbeterlijk antisemiet en hij haatte roodharige mensen.
Het is geen aanbeveling, maar de man mocht mij en keek uit naar mijn bezoeken, dat in hoofdzaak altijd interviews waren. Ik heb tientallen cassettebandjes met zijn belevenissen opgenomen. Geelen was ook een belangrijke bron in mijn boek ‘’Eindhoven, 1933-1945, kroniek van Nederlands Lichtstad in de de schaduw van het Derde Rijk’’ Omdat sommige van zijn beweringen wel heel erg ver gingen en tricky konden zijn hebben we met Geelen bij een notaris onder ede een akte laten opmaken dat de betreffende citaten op waarheid beruste. In november 1982 was mijn boek inzet van een kort geding - aangespannen door de N.V. Philips - wegens smaad en laster. De rechter deed mijn boek integraal (!!) in de ban, een ongekend vonnis dat officieel nog altijd van kracht is. Geelen overleed in 1988.
Detail op de foto: de originele replica van het Heilig Hartbeeld dat zijn vader, beeldhouwer Jean Geelen, voor de Paterskerk in Eindhoven vervaardigde en dat sinds 1898 op de spits van deze kerk staat. (pc)

Pater Koopman

Frans Dekkers: Badge Pausbezoek mei 1985.


Met pater Koopman in de bus na het bezoek van paus Johannes Paulus aan Nederland, kort na de Pauselijke toespraak op Eindhoven Airport. De aartsconservatieve geestelijke begon in 1970 met protesteren tegen de legalisering van abortus: elke tweede dinsdag van de maand stond hij met medestanders op het Binnenhof. Ook protesteerde hij bij abortusklinieken, zoals in Eindhoven. Hij was tegen euthanasie en wierp ook graag stenen door de etalages van sexboetieks. Het interview dat ik die dag met hem had, leverde wat bijbelspreuken met goed bedoelde uitleg op.(pc)

De badge (accreditatie) om aanwezig te zijn bij de aankomst van paus Johannes Paulus op Eindhoven Airport in mei 1985. 

Willem van Malsen

Op bezoek bij Willem van Malsen (rechts) in 1983 in Ermelo: de legendarische mede grondlegger van de coöperatieve productie- en verbruikersvereniging De Ploeg in 1919 in het Brabantse Best, waar hij ‘’midden in de wildernis’’ met zeven mannen en vrouwen neerstreek om een idealistische Landbouwkolonie te beginnen.

Van Malsen begon zijn werkzame leven als chemicus bij het NatLab van de N.V. Philips, waar hij korte tijd later de rechterhand werd van dr. Gerard Philips, als medewerker van de patent administratie. Van Malsen, Christen Socialist en anti-militarist (hij weigert in 1917 bij de mobilisatie dienst te nemen en en moet daarvoor anderhalf jaar de cel - keert daarna weer terug bij de N.V. Philips. Van Malsen geniet een zekere mate van protectie van dr. Gerard Philips - die hem persoonlijk graag mag - totdat hij met het christen-socialisten blad ‘’Opwaarts’’ gaat colporteren: dat kan dr. Gerard Philips niet waarderen en daarmee houdt ook het dienstverband met zijn werkgever op. 

Van Malsen heeft dan inmiddels al contact met de hervormde predikanten ds. Bart de Ligt (Nuenen) en ds.Van Peursem (Eindhoven) die in Eindhoven de basis voor het revolutionair-socialisme hebben gelegd met de Bond van Christen Socialisten. Mede door hen aangemoedigd en met hulp van een toenmalige collega van het NatLab, Carl Hijner - anti politiek maar sociaal bewogen - die hem 78 hectare heide in Best beschikbaar stelt. Op 24 januari 1920 wordt statutair opgericht: de coöperatieve productie- en verbruikersvereniging De Ploeg, met als doelstelling ‘’grond en productiemiddelen te brengen in gemeenschappelijk bezit en gebruik, om te komen tot een rechtvaardige en doelmatige organisatie van arbeidsgemeenschap en samenleving. Men leeft er vegetarisch en er wordt geen alcohol gedronken. Van Malsen in mijn boek ‘’Eindhoven 1933-1945, kroniek van Nederlands Lichtstad in de schaduw van het Derde Rijk: ‘’In het Brabant van die tijd zagen we de verschrikkelijke gevolgen van alcohol: duizenden arbeiders die als gevolg van hun sociale ellende naar de fles grepen en hun gezinnen, vaak met een groot kindertal, in krotwoningen behuisd, verwaarloosden. De RK Kerk deed weinig of niets aan deze wantoestanden en deed vooral nauwlettend toezien dat het kinderaantal zich uitbreidde. De gevolgen waren verschrikkelijk: baby's die niet van de honger omkwamen werden veelal rustig gehouden met alcohol. De kinderbegraafplaatsen waren drie keer groter dan die van de volwassenen. Het waren onbeschrijfelijke toestanden.’’ Met de landbouwkolonie gaat het kort na de oprichting al bergafwaarts door gebrek aan landbouw ervaring van de kolonisten, maar vooral door de opbrengsten van de oogst, die mede door de dalende landbouwprijzen, de bedrijfskosten niet meer konden dekken. In 1923 is De Ploeg bankroet. Willem van Malsen en zijn vrouw besluiten eveneens onder de naam De Ploeg een nieuwe kolonie in Bergeijk te beginnen: een weverij, en ook hier op coöperatieve basis. Ook krijgt Van Malsen een aan de leefgemeenschap gelieerde taak: een herstellingsoord voor geestverwanten, de Van Galen stichting, vernoemd naar Adrianus van Galen uit Bergeijk, die zijn onroerend goed en kapitaal na zijn overlijden aan de leefgemeenschap beschikbaar stelde. Hij was de grote uitzondering in dit Godvrezende dorp waar de pastoor de bewoners ophitste tegen de werknemers van De Ploeg die hij Bolsjewisten noemde en die er een open huwelijk op na hielden en dus vertegenwoordigers van de duivel waren. Het resultaat: de inwoners reageerden met fysiek geweld, vandalisme en winkeliers weigerden om levensmiddelen aan hen te verkopen. Van Malsen: ‘’Meerdere malen moest ik toen op de fiets naar Valkenswaard om inkopen te doen. Het was een harde en gevaarlijke tijd waarin we het uiterste van onze zenuwen hebben gevergd’’. De weverij is niet winstgevend met de productie van huishoudtextiel en sluit in 1925 om na een aantal andere onderbrekingen na de Tweede Wereldoorlog van De Ploeg een succesvolle weverij te maken. Van Malsen verlaat in 1931 met zijn vrouw de leefgemeenschap en wordt fotograaf, een beroep waarmee hij ook enige faam verwerft en dat hij tot op tachtigjarige leeftijd zal uitoefenen. Toen ik Van Malsen en zijn tweede vrouw in 1983 bezocht was er zoveel tijd overheen gespoeld nadat hij Bergeijk had verlaten dat er geen verbittering meer was. Maar wat er van ‘’zijn’’ Ploeg was geworden riep wel boosheid op: ‘’Het is nu net zo’n kapitalistisch bedrijf als alle andere.’’ De Ploeg kreeg later ook bekendheid door een door Rietveld ontworpen fabrieksgebouw. In 2007 sloot de weverij voorgoed haar deuren. Van Malsen overleed in 1985. 

Mooie herinnering aan mijn jarenlange samenwerking met Bert Voskuil (links) in onze tijd bij Nieuwe Revu. Hier zijn we in mijn huiskamer met twee typemachines nogal onhandig bezig aan een van de vele verhalen die we in dit weekblad publiceerden. (pc)

Jules Deelder

Jules Deelder blij met mijn verboden boek - midden jaren tachtig Foto John Caessens

CDA onderonsje en Dekkers

v.n.r. oud kamervoorzitter Franz Josef van Thiel, Wim van Elk, Frans Dekkers en Gerrit Braks minister van Landbouw.
Op affiche Ruud Lubbers
 foto Machteld van Gelder

Pistolen Paultje

Het avontuur met een oplichter
vlnr Frans Dekkers, de oplichter "verloop", Pistolen Paultje en journalist Bert Voskuil.
Foto Gerard Wessel

Het was te mooi om waar te zijn..en dat was het ook. Midden in de tijd dat de affaire King Kong, de roemruchte dubbelspion Christiaan Lindemans, in de zomer van 1985 in een stroomversnelling raakte met het opgraven van zijn stoffelijk overschot op begraafplaats Crooswijk in Rotterdam (lag hij er nu wel of niet in?) kwam er een tip van Paul Wilking alias Pistolen Paultje binnen. Ik viel zowat om van verbazing. De man die King Kong in 1944 met de SD in contact bracht en na de Tweede Wereldoorlog spoorloos verdween was bij bij hem in de Breestraat in Amsterdam op bezoek: Cornelis Verloop, een sleutelfiguur in de KK-affaire naar wie ik jarenlang tevergeefs had gezocht. Hij was ‘’een oude vriend’’ vertelde Wilking om er bereidwillig aan toe te voegen dat hij voor mij en mijn collega Bert Voskuil (van Nieuwe Revu) een afspraak met hem kon regelen. In het Amsterdamse Hilton maakten wij daar aldus kennis met Verloop die zich plots als Erwin Sanders voorstelde. ‘’Nee’’, zo verklaarde Sanders,’’dat was een alias die de Britse Geheime Dienst mij had gegeven toen ik voor deze dienst werkzaam was tijdens de oorlog’’. Hij vertelde ons urenlang over zijn werkzaamheden als spion en hij was zo ongeveer bij alle grote affaires uit de Tweede Wereldoorlog betrokken geweest, zoals bij het Englandspiel en ja, ook in de King Kong affaire had hij als ‘’Verloop’’ een grote rol gespeeld. Hij toonde ons tal van veelal vage documenten om zijn belevenissen te onderbouwen en hij had onlangs nog een boek over zijn oorlogsjaren geschreven: ‘Dutch Justice’’, waarvoor de Engelse uitgeverij Constable Publicers al belangstelling had getoond en er zelfs al een wervende subtitel voor had bedacht: ‘’The last great spy story to come out of World War 2’’. Maar desondanks was zijn verhaal vaag en onwaarschijnlijk. We wisten gewoon dat we op het verkeerde been werden gezet. Wie is deze man in werkelijkheid en waarom wil hij ons van dit alles deelgenoot maken? Nee, het was geen PR voor zijn boek, maar hij was bij zijn oude vriend Wilking op bezoek die hem tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Engeland had helpen ontsnappen. Wilking had een verzetspensioen aangevraagd en daarbij was hij hem nu behulpzaam: als getuige dat Wilking een verzetsdaad had verricht. Dat bleek achteraf ook het enige te zijn dat op waarheid beruste. Wat mij bij de eerste ontmoeting al direct was opgevallen en wantrouwend had gemaakt: de ‘echte Verloop had bij een bombardement een vinger verloren, Sanders miste er geen aan zijn handen. Door een wonderlijk toeval kwam ik enkele weken later op het spoor van de echte Cornelius Verloop die vanaf de jaren vijftig in Duitsland bleek te wonen. Hij wilde liever geen publiciteit, maar toch lukte het om een afspraak in Eindhoven te maken: in de stationsrestauratie, waar anders? De Cornelius Verloop die ik hier trof was inderdaad de enige echte: dat bewees de personalia in zijn paspoort, en ja, er ontbrak ook een vinger aan zijn hand. Het verdere contact met Verloop verliep meer dan goed: hij werd een van de belangrijke sleutelfiguren in mijn boek ‘’King Kong, leven dood en opstanding van een verrader’’ (1986) en ik hield contact met hem tot aan zijn dood midden jaren negentig.

Het spelletje van de nepper had nu lang genoeg geduurd en dus werd het tijd om hem te ontmaskeren. We spraken met Sanders en Wilking af voor grande finale, ditmaal in een hotel in Zandvoort. We vielen meteen met de deur in huis: we hebben de echte Verloop gevonden! Sanders vertrok geen spier: duidelijk een meesteroplichter die met een pokerface zijn ontmaskering aanvaardde. Wilking wist niet wat hij hoorde. Ik schreef er een verhaal over in de Haagse Post, met een foto erbij met ook Sanders in beeld. Al spoedig kwam er een schrijven van een maritieme club bij de redactie binnen die in Sanders ‘’hun commander’’ herkende met wie ze graag weer in contact kwamen. Ook die club was stellige de dupe van oplichting geweest en zo kregen we gaandeweg meer informatie over deze Sanders, die op de internationale opsporingslijst van Interpol bleek te staan. Kort na de publicatie in de Haagse Post werd Sanders in een hotel gearresteerd. Het verzetspensioen van Wilking - ‘’dat de nep Verloop met zijn verzonnen getuigenverklaring royaal had aangevuld - werd afgewezen. 

Gertraude 'Traudl Junge-Humps

Tijdens zijn laatste drie levensjaren was Gertraude 'Traudl Junge-Humps de secretaresse van de Führer. Hoogst zelden heeft ze daarover willen praten, maar toen maakt ze een uitzondering. Over de mislukte aanslag, de bunker en het huwelijk met Eva Braun: 'Hitler was een uitgesproken vriendelijke en vaderlijke man.'
Gertraude Junge-Humps, 76 [in het jaar 1996] inmiddels, heeft na de Tweede Wereldoorlog maar zelden over haar tijd als privé-secretaresse van Hitler willen spreken.

Lees het onthullende interview uit 1996 en een verhaal uit 2003 over haar.